Klaar

Over Manifesta 11 in Zürich

Leve het avontuur. Wij gingen voor de zoveelste keer naar een vakantie-adres in Toscane. Maar over Manifesta 11, waarvoor we op de heenreis een tussenstop maakten in Zürich, wisten we helemaal niks. Met opzet, want des te puurder de eerste-keer-ervaring.
Op de dag na de officiële opening drentelden we onbevangen over de begane grond van Löwenbräukunst. Naast een onopvallende trap omhoog hing een A4-tje met het woord EXPO en een pijl omhoog en op een stoeltje zat een mooie meid suppoost te zijn. (Alle supppoosten waren jong/mooi/vrouw.) Ik vroeg: boven verder? Ze straalde bevestigend. Dus wij die trap op. Bovenaan was een deur waardoor we een flinke zaal betraden die bijna helemaal gevuld werd door een monumentale bak vol rechthoekige bruine brokken. Het rook er wat eigenaardig. Op één fotograferende man na waren we de enige bezoekers. De vreemde geur ontwikkelde zich binnen seconden via stank tot een misselijkmakende sensatie die onze neuzen te boven ging. Wat is dit? Ammoniak. We ervoeren The Zürich Load van de Amerikaanse kunstenaar Mike Bouchet en waarschijnlijk weet u al wat wij nog niet wisten – dit zijn de uitwerpselen van de bevolking van Zürich van 24 maart van dit jaar. A day in the life. Tachtig ton, bijeengehouden met houtsnippers en keurig tot een stuk of 150 blokken gesneden. De stank was bijna ondraaglijk, maar op de plek waar twee gigantische airco-pijpen stonden te blazen was het nog uit te houden. Pas toen we, overdonderd en bedwelmd, de zaal verlieten, viel ons oog op een tafeltje voor de ingang met daarop een allegaartje aan deo-sprays en luchtverfrissers. Een man en een vrouw kwamen de trap op, casual gesoigneerd, kunstliefhebbers. ‘Is this where the shit is?’, vroeg de man. Inderdaad. Ze aarzelden even en liepen toen terug naar beneden.

zurich-load-large

Mike Bouchet, The Zürich Load (detail) 2016, foto Marja Feltkamp

The Zürich Load was een even vreselijke als heerlijke verrassing. Cum laude geslaagd in effectbejag, meneer Bouchet. Het werk overschaduwde alles wat we die dag verder zagen en de geur spookte nog lang door onze reukorganen. Dagen later, onder de Toscaanse zon, vroeg ik me af: hoe moet ik dit plaatsen, waar doet het me aan denken? Nou, aan alles eigenlijk. Aan het triviale van de popart en de humoristische uitvergrotingen van Claes Oldenburg en later Jeff Koons en vele anderen. De ingeblikte poep van Piero Manzoni. De lol van Wim T. Schippers. De monumentale geometrie van Donald Judd. De zaal vol aarde van Walter de Maria. Landscape art. Het werken met organisch materiaal en het ‘iedereen is kunstenaar’ van Joseph Beuys en zijn volgers. Geëngageerde kunst. Publieksparticipatie. Esthetisch verpakt politiek commentaar à la Ai Weiwei. Multi-sensorische kunst. Enzovoort.

Het heeft een paar jaar geduurd, maar de twintigste eeuw is voor de beeldende kunst nu echt voorbij. Wat Mike Bouchet met zijn kunstwerk bedoeld heeft is niet zo gewichtig, het gaat erom wat het is – en het is ultiem en finaal. Ik zie een boodschap, een grote: de mens scheidt veel af, te veel. Bedoeld en onbedoeld, natuurlijk en onnatuurlijk, geestelijk en lichamelijk, goed en slecht, stompzinnig en creatief. Dus hoe gaan we verder?
Een eeuw nadat in Zürich de Dada werd aangezwengeld is de beweging in diezelfde stad voltooid. Alle nazaten worden bedankt, de hele familie en ook de aangetrouwde. Het is klaar.

kunstschrift164_manifestazurich_sfw

Artikel voor Kunstschrift #4, aug/sept 2016 in de rubriek
‘De keus van Kunstschrift’.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *